Ik werd vanochtend wakker met het onderwerp van dit blog. Plop, het was er opeens. Opeens? Tuurlijk niet maar zo voelde het wel even.

‘Hoe bedoel je dat precies?’

De laatste tijd hoor ik mezelf in gesprekken vaak de vraag stellen ‘hoe bedoel je dat precies’. De mensen om mij heen is het misschien al opgevallen, misschien ook niet en door dit blog juist wel. Het heeft voor mij te maken met het feit dat ik niet meer zelf in wil vullen wat de ander bedoelt. Mijn eigen interpretatie van wat de ander bedoelt kan wel eens totaal anders zijn dan wat de ander eigenlijk bedoelde.

Die zelfde ochtend zaten we met een groepje sociale innovatie collega’s kennis te delen. Caroline vertelde hierbij over een andere bijeenkomst waar zij met een aantal collega’s aan had deelgenomen. Zij was daarbij door te vragen, verder uit te pluizen tot de conclusie gekomen dat zijn veel dichter bij een bepaalde collega stond dan zij vooraf had aangenomen op basis van wat ze van hem had gehoord. Dat dus, niet zomaar iets aannemen.

De angst om vragen te stellen

Het stellen van de vraag voelde in het begin best onwennig en zelfs een beetje onprettig. Dat heeft met iets geks te maken. Toen ik onderzocht waarom dit zo was kwam ik erachter dat ik mijzelf het stellen van vragen enigszins heb afgeleerd. Een belangrijke factor hierbij is/was het bang zijn om dom gevonden te worden. Op de middelbare school had ik een klasgenootje die bij natuurkunde altijd nog een vraag had naar aanleiding van de theorie. “Zijn er nog vragen naar aanleiding van de theorie…..Ina?” werd hierbij op een gegeven moment een standaardzin van de leraar. Het werd een running gag in de klas…

In een maatschappij waarbij veel draait om presteren, een zesje mag je niet zijn immers, is geen tijd meer voor vragen, we moeten door, verder, sneller. Vragen kosten tijd en dat hebben we te weinig. Niemand wil ook dom gevonden worden en hiermee leren we een belangrijke menselijke eigenschap af, verdieping door het stellen van vragen. Ik denk dat veel mensen wel een vergelijkbaar voorbeeld hebben, kennen of zelf meegemaakt hebben. Ik nam het voorbeeld van een klasgenootje maar ook ik ben wel belachelijk gemaakt voor het stellen van een vraag. Sommige vragen zijn misschien wel vragen om het vragen, een roep om aandacht maar wat is daar mis mee? We missen zeker een kans op verdieping want elke vraag kan voor verdieping zorgen. Is het niet de vraag zelf dan is het wel dat wat achter de vraag zit. Dat doet er in mijn beleving altijd toe.

Snel, sneller, impliciet

In de snelheid van onze huidige maatschappij worden veel vragen vaak zelfs niet meer gesteld. We hebben onze mond vol met woorden als respect, vertrouwen, integriteit, transparantie, professionaliteit, en zo nog wat meer woorden. Het belangrijkste wordt echter vaak vergeten namelijk wat deze begrippen inhouden voor jou, voor mij, voor iedereen. We nemen aan dat dat wat wij bedoelen met een begrip net zo is voor de ander en we vergeten de ander de vraag te stellen ‘hoe bedoel je dat precies’. We laten het impliciete hiermee impliciet en missen de kans om het expliciet te maken. Het mag er eigenlijk een beetje niet zijn.

Verdieping door te blijven vragen

Waar dat toe leidt is op veel plekken te zien. Persoonlijke frustaties door miscommunicatie, mislukte projecten, ruzies, zelfs tot kernrampen aan toe, alles is mogelijk. Ook hier is kwetsbaar durven zijn een mogelijke oplossing. Het durven stellen van de vraag vraagt soms moed. Wat is het ergste dat me kan gebeuren, vraag ik mezelf wel eens af? Dat geeft moed, hoe simpel ook. Op zo’n moment ben ik niet meer bang om dom gevonden te worden, zie ik dat ik niet alles kan weten, mag ik fouten maken, ben ik mens. Alles wat een ander zegt of doet kan ik even daar laten. Als ik echter kijk wat het mij oplevert dan sterkt mij dat alleen maar om de vraag nog meer te stellen. Meer verbinding, meerddiepgang, minder ruis en veel meer flow. Wie wil dat nou niet?