Hoe ivoren torens nog oud denken, Villa VPRO van donderdag 26 november

Ik zat in de auto en luisterde zoals vaak naar Radio 1. Deze bewuste dag was er een panel van ‘experts’ uitgenodigd. Enigszins gefascineerd bleef ik luisteren naar wat voor adviezen hoogleraar Arbeids- en Emancipatie-economie Joop Schippers, hoogleraar Ondernemerschap Mirjam van Praag en voormalig ABN-topvrouw Marianne Tijssen (nu Five Degrees) voor onze regering hadden. Al luisterende kon ik de gedachte ‘ivoren toren niet van mij afzetten.

Als innovatieadviseur spreek ik jaarlijk vele tientallen ondernemers. Vooral mevrouw van Praag wekt niet de indruk veel met haar doelgroep te praten.

Haar betoog richtte zich specifiek op de groep snelle groeiers en dat deze groep zo belangrijk is en dat wet en (regel)geving deze groep in hun groei belemmert.

Ja snelle groeiers zijn inderdaad belangrijk, morgen zit ik nog weer met een groepje snelle groeiers. Ik hoor ze echter zelden over belasting en beperkingen maar vrijwel altijd over de wensen om met maximaal gemotiveerde mensen te werken of hoe ze hun dienstverlening beter kunnen positioneren, uit kunnen breiden of verbeteren.

Groei is namelijk vaak niet in personeel of grootte van de organisatie maar juist vaak op het organisatorische en nog vaker op het persoonlijke vlak. Dit is volgens mij ook een van de belangrijke redenen van de groei van het aantal zelfstandigen. Het is deze groep waar ik een lans voor wil breken voor wat betreft het denken over de economische waarde.

De zelfstandigen die ik tegenkom hebben de stap om voor zichzelf te beginnen vaak als een weloverwogen keuze gemaakt. De keuze om veel meer van hun eigen kracht uit te gaan en deze veel beter te benutten. De keuze om hun persoonlijke groei beter de ruimte geven. Een hoge motivatie en duidelijke ambities zijn veelal zeer duidelijk aanwezig.

Daarom moeten we ook af van de term ZZP, dit is in mijn ogen veelal een diskwalificatie. Zelfstandig Professional is wat mij betreft een veel betere omschrijving dan zelfstandige zonder personeel. Personeel is namelijk in het zelfstandig opereren een keuze. Om werk gedaan te krijgen zijn er juist anno 2010 veel meer mogelijkheden dan het aannemen van personeel.

ZP’ers moeten wel degelijk samenwerken maar zoeken hun samenwerkingspartners heel bewust en op basis van de voor de desbetreffende opdracht benodigde kwaliteiten. In een bestaande organisatie is dit vaak niet mogelijk omdat je net als je familie je collega’s vaak niet zelf kiest.

De bewuste keuze voor partners in de samenwerking levert vaak verrassend goede resultaten op. Dit is iets dat door opdrachtgevers steeds meer wordt herkend. In mijn ogen is dit een logisch gevolg van de keuze voor het uitgaan van de eigen kracht, de hiermee gepaard gaande kwaliteit, de hogere individuele motivatie, de directe relatie tussen inkomen en klanttevredenheid en de grotere tevredenheid over de samenwerking. Een goed werkende grote groep ZP’ers voegt juist door de vaak verrassende kwaliteit een grote economische waarde toe aan dit land.

Het is wat mij betreft tijd dat beleidsmedewerkers, academici zoals mevrouw van Praag deze signalen eens oppikken en goed naar de feiten gaan kijken. Er is meer dan alleen de groep snelle groeiers. Als de feiten anders zijn dan hoor ik dat graag maar mijn waarnemingen in ‘het veld’ vertellen het bovenstaande verhaal.

Paul de Blot  heeft overigens ook een paar onderbouwde en rake uitspraken over de grootte van organisatie in zijn speech bij de Syntens MKB Krachtcentrale op 12 november jongstleden in Radio Kootwijk.

Mijn advies? Stop eens met het oude denken in (grote) organisaties en kijk eens naar de kracht van nieuwe samenwerkingsvormen. Het zou nog mooier zijn als deze samenwerkingsvormen vanuit de overheid beter ondersteund en erkend worden. Nu zijn het juist vaak overheidsorganisaties die vanuit hun angst over mogelijk beperkte aansprakelijkheid bij de ZP’ers kiezen voor in mijn ogen logge grote bestaande organisaties.

Of zoals een klant van mij, Paul de Bruijn van Bureau Arnhem treffend zei: ” Innovatie begint bij 1 persoon!”

Met vriendelijke groet,

Raymond Witvoet